De eerstvolgende cantatedienst op zondag 5 oktober:
Uitgevoerd wordt: Jesu der du meine Seele BWV 78 J.S. Bach Cantate Consort, solisten en barokorkest o.l.v. Jelte Hulzebos Voorganger: ds. Tirtsa Liefting Organist: Mannes Hofsink
De cantate ‘Jesu der du meine Seele’ is er één van de reeks koraalcantates die J.S. Bach in 1725 schreef. Bach comprimeerde de twaalf coupletten tot zeven delen waarbij het eerste en laatste couplet ongewijzigd werden overgenomen en de overige coupletten in vrije poëzie als recitatieven en aria’s vorm kregen.
Het openingskoor is een grote complexe koraalfantasie waarin een veelheid van destijds gangbare compositiestijlen uit heel Europa worden samengebracht.
Tussen alle fraaie delen steekt het duet van de sopraan en de alt ‘Wir eilen’ er wel bovenuit; lichtvoetigheid voert de boventoon. Niet voor niets is dit een van de meest populaire aria’s binnen Bachs cantates.
Solisten: Esther Ebbinge – sopraan Marijke Beute – alt Sebastian Brouwer – tenor Jasper Schweppe – bas
De cantate Jesu der du meine Seele is er een uit de reeks koraalcantates die Bach in 1724 schreef. Het werd geschreven voor de 14de zondag na Trinitatis, 10 september 1724.
Voor BWV 78 namen Bach en een onbekende dichter het koraal van Johann Rist als uitgangspunt. Ze comprimeerden het uit twaalf coupletten bestaande koraal tot zeven delen. Het eerste en het laatste couplet werden ongewijzigd overgenomen en de overige coupletten werden in vrije poëzie met her en der koraaltekst-citaten (hier vet aangegeven in de tekst) tot recitatieven en aria’s omgevormd.
In het openingskoor zingen de sopranen, gesteund door de corno de koraalmelodie; de overige zangstemmen bewegen daaronder en bereiden de nieuwe zin steeds voor. Elke zin wordt door een instrumentaal gedeelte gescheiden. Bach creëert een complexe koraalfantasie waarin een veelheid van destijds gangbare compositietechnieken zijn samengebracht om de tekst muzikaal te verbeelden. Een belangrijk element daarin is de chromatische baslijn die 27 maal opduikt, dit is een zogenaamde passacaglia. Bach gaat creatief om met dit motief door het niet slechts in de bas te plaatsen maar ook in de instrumentale- en vocale partijen. Deze ‘lamento’ bas is een beproefd middel om droefenis te verklanken, denk bijvoorbeeld aan Purcell’s Dido and Aeneas ‘When I am laid in earth’.
Een tweede element dat Bach inzet is het gebruik van de sarabande, een dans met een somber tintje in een statige driedelige maatsoort met een accent op de tweede tel. Een derde motief is de figura corta, een achtste noot gevolgd door twee zestiende noten. Deze retorische figuur staat symbool voor de overwinning van Christus op de dood. Door Albert Schweitzer het ‘Freudenmotiv’ genoemd.
Geniaal hoe Bach de verschillende door hem gecreëerde elementen verbindt met de reeds bestaande koraaltekst en melodie en het tot een symbiotische eenheid weet te smeden.
Een scherp contrast met het eerste deel vormt het levendige karakter van het duet voor sopraan, alt en continuo. De baslijn wordt gespeeld door de cello in achtsten notenwaarden terwijl de violone in pizzicato alleen de hoofdnoten speelt; zij symboliseren het ‘eilen’,. Daarboven zingen sopraan en alt elkaar imiterend zeer levendige, op de tekst geïnspireerde passages. Dit imiteren staat symbool voor het navolgen van Christus.
In het recitatief wendt de tenor zich vertwijfeld tot de Heer en vraagt om vergeving van zijn zonden. Doormiddel van dramatische harmonische wendingen kleurt Bach de tekst op woorden als ‘Sterblichkeit’, ‘Bösen, ‘wie oft ich fehle zählen’. De bede ‘Rechne nicht die Missetat, die dich, Herr, erzürnet hat!‘ is in een melodieus indringend arioso gevat.
In de tenoraria speelt de traverso een solistische rol. Samen met het continuo presenteert zij een lichtvoetig thema in drieachtste maat. Dit thema wordt door de tenor overgenomen en verder op basis van de tekst uitgewerkt. Woorden als ‘zum Streite’, ‘beherzt’ en ‘sieghaft’ geeft Bach extra aandacht.
Het basrecitatief is emotievol getoonzet. De begeleidende strijkers spelen een belangrijke, uitdrukkingsvolle rol en zijn sfeerbepalend; het doet sterk denken aan de recitatieven in de Passionen. Daar waar de tekst het verlangt wisselt Bach van tempo, te beginnen met adagio, con ardore (hartstocht) vivace bij ‘Wenn ein erschreckliches Gericht’ en daarna keert het adagio terug om tenslotte op de koraaltekst ‘Dies mein Herz, mit Leid vermenget’ uit te monden in een zeer expressief en ontroerend andante.
De basaria is analoog aan de tekst levendig, ja zelfs uitbundig van karakter, een scherp contrast ten opzicht van het voorafgaande recitatief. De aria is een klein concert voor bas, hobo en strijkers. Een kort ritornel door de strijkers wordt steeds gevolgd door een passage van de hobo. Deze passage van zestiende noten lijkt verbonden met het woord ‘Rache’ (wraak).
In elke toelichting staat beschreven dat deze cantate eindigt met een eenvoudig slotkoraal, maar eenvoud is bij Bach nooit saai of plichtmatig. Ook hier kleuren subtiele harmonieën de tekst en maken het koraal tot een parel.
Jelte Hulzebos
Enige info over koor, solisten, organist en dirigent.
Het Cantate Consort is in 1992 opgericht ten behoeve van de cantatediensten die maandelijks in de Nieuwe Kerk in Groningen worden gehouden. Sinds de oprichting staat het onder leiding van Jelte Hulzebos. Het verleent jaarlijks een zestal malen medewerking aan deze diensten, waarin geestelijke muziek in een liturgische context wordt uitgevoerd – vaak cantates van Bach, maar ook werken uit de vroege Duitse barok (Schütz, Schein, Bruhns, Buxtehude), hun Italiaanse voorgangers (Gabrieli, Monteverdi) en muziek uit de renaissance (Byrd, Orlando di Lasso, Palestrina). Zangers uit verschillende koren en ensembles uit Groningen worden per project uitgenodigd om in het Cantate Consort te zingen.
Esther Ebbinge (sopraan) studeerde aan het conservatorium van Zwolle bij Lodewijk Meeuwsen en volgde na haar studie zanglessen bij Lenie van den Heuvel en Jard van Nes.Ze volgde masterclasses bij o.a. Emma Kirkby, Nancy Argenta, Charlotte Margiono.Haar repertoire omvat o.a. vele cantates en passies van J.S.Bach, oratoria van Händel, opera’s van A.Scarlatti en Purcell en missen van Mozart en Haydn.Als soliste werkte Esther met dirigenten als Gustav Leonhardt, Daniël Reuss, Ton Koopman, Peter Dijkstra en Jos van Veldhoven.Ze zingt in het koor van het Amsterdam Baroque Orchestra&Choir o.l.v. Ton Koopman. In 2012 maakte ze met dit gezelschap haar solodebuut en heeft sindsdien meerder projecten bij hen als solist opgetreden.
Sebastian Brouwer (tenor) begon met zingen in het Stadsjongenskoor Oldenzaal. Sinds de afronding van zijn zangstudies aan de conservatoria van Enschede en Amsterdam heeft de carrière van Sebastian Brouwer hem niet alleen op de grootste podia van Europa gebracht, maar ook naar tournees en concertseries in de Verenigde Staten (2004), Australië (2002) en Zuid-Amerika (2010-2011). Op de meest belangrijke Nederlandse muziekfestivals en -series heeft hij gezongen met orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest en het Radio
Filharmonisch Orkest en gewerkt onder de bâton van dirigenten als Edo de Waart, Jaap van Zweden, Roy Goodman, Ton Koopman en Jan Willem de Vriend. Zijn stem was ook te horen op radio en televisie.
Sebastian Brouwer heeft een zeer breed georiënteerd repertoire. Hij is een veelgevraagd vertolker van de grote vocale werken van J.S. Bach.
Marijke Beute (mezzosopraan) studeerde in 2021 cum laude af bij Hanneke de Wit aan het Prins Claus conservatorium in Groningen. Ook kreeg ze daar lessen van Paul Triepels, Elsina Jansen (spel), Marcel Reijans, Marjan Kuiper en Renate Arends. Masterclasses volgde ze van Margreet Honig en Nico van der Meel. Als solist was ze onder andere te horen in de Johannes Passion en Matthäus Passion van Bach, het Magnificat van Vivaldi, Oratorio de Noel van Saint-Saëns, de solomis Missa in simplicitate van Langlais, en in vele cantates van Bach, Telemann, Micheelsen en Andriessen. Ze zong in de opera Il ritorno van Dosoli op het Opera Forward Festival en speelde Cherubino in Le Nozze di Figaro op het festival Opera aan zee.
Marijke is de zangeres van het Pronkjewail trio dat klassieke muziek op een laagdrempelige manier aanbiedt. Het trio wordt gecoacht door Eelko Moolenaar. Met pianist Aleg Tryfanenkau vormt ze een liedduo.
Jasper Schweppe (bas) begon zijn opleiding solozang aan het conservatorium van Zwolle. Zijn diploma Uitvoerend Musicus haalde hij aansluitend in 1998 aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Na een aantal jaren als lid van het Groot Omroepkoor maakte hij een overstap naar het Nederlands Kamerkoor, waar hij sinds 2005 als bas zingt in de kernbezetting.
Jasper heeft altijd het koorzingen met solozingen gecombineerd. Zo wist hij zich te bekwamen in veel muziekstijlen. Van het 1000 jaar oude gregoriaans bij het ensemble Hartkeriana naar vroege renaissance polyfonie o.a. bij het Huelgas Ensemble en Egidius Kwartet. Jasper zingt heel graag muziek uit de barok en de vroege barok. Natuurlijk komt J.S. Bach ieder seizoen veelvuldig voorbij, maar vooral componisten als Constantijn Huygens en Claudio Monteverdi hebben zijn voorliefde. De CD Proba Me Deus is daar het bewijs van.
Jasper werkte mee aan verschillende operaproducties. Bij het Orkest van de 18e Eeuw o.l.v. Frans Brüggen werkte hij mee aan de succesvolle internationale productie Les Indes Galantes van Rameau en bij Camerata Trajectina werkte hij mee aan o.a. De Zeven Zonden van Jeronimus Bosch, een succesvolle samenwerking met Gerrit Komrij.
Jasper werkte met dirigenten als Ton Koopman, Jan Willem de Vriend, Peter Dijkstra, Risto Joost, Richard Eggar en Jos van Veldhoven.
Jasper heeft een speciale voorliefde heeft voor het zingen van liedrepertoire. In Parijs in 1999 won hij de eerste prijs bij het concours Musicora. Hij zong daar Poulenc en Ravel. Sindsdien heeft hij veel recitals gezongen in binnen- en buitenland. In 2010 werd zijn CD La Bonne Chansonmet liederen van Fauré op tekst van Verlaine, een Cd met de Winterreise van Schubert en Francis Poulenc en de wereld van Paul Éluard zijn in de pers zeer goed ontvangen.
De CD. opname van de Schöne Müllerin verschijnt in het voorjaar van 2019.
Naast het zingen is Jasper zangdocent bij het Kamper Boys Choir en is hij artistiek coördinator van het Nederlands Kamerkoor.
Mannes Hofsink (*1981) is als cantor-organist verbonden aan de Nieuwe Kerk te Groningen. Daarnaast is hij stadsbeiaardier van Meppel, dirigent van koorvereniging Wijker Kunst en pianist van het Meppeler Mannenkoor. Ook heeft hij een concert- en lespraktijk.
Mannes studeerde orgel 1e fase en kerkmuziek bij Gijs van Schoonhoven aan de Saxion Hogeschool te Enschede, afdeling conservatorium. Orgel 2e fase studeerde hij aan de Messiaen Academie bij Cor Ardesch en eveneens bij Gijs van Schoonhoven, koordirectie aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen bij Louis Buskens en beiaard (Bachelor en Proficient of Carillon) aan het Carillon Instituut Nederland bij Boudewijn Zwart. Geruime jaren coachte organist Toon Hagen hem op het gebied van improvisatie en interpretatie. Ook nam hij deel aan enkele studieweekenden van de Leadership Academy Conductors. Momenteel volgt hij incidenteel improvisatielessen bij organist Hayo Boerema. Voor meer informatie kijk op manneshofsink.nl
Jelte Hulzebos studeerde orgel en klavecimbel aan het conservatorium te Groningen bij Wim van Beek en Jacques Ogg.
Hij behaalde voor orgel het Einddiploma Solospel ‘Cum Laude’ en zijn klavecimbelstudie sloot hij af met het behalen van het diploma Uitvoerend Musicus.
Hij verwierf het diploma Bachelor of Music voor orkestdirectie aan de Hogeschool voor de Kunsten Constantijn Huygens en het diploma voortgezette studie orkestdirectie aan de Messiaenacademie, beide bij Tilo Lehmann.
Als organist van de Nieuwe Kerk te Groningen is hij sinds 1987 een van de vaste bespelers van het Timpe orgel uit 1831. Tussen 1990 en 2019 gaf hij leiding aan de Cantorij van de Nieuwe Kerk.
Sinds 1992 speelt hij een belangrijke rol in de organisatie en uitvoering van de maandelijkse cantatediensten in deze kerk. Daar voerde hij talrijke werken uit de 17de en 18de eeuw uit, waaronder talrijke Bach-cantates, de Hohe Messe, de Johannes-Passion, het Weihnachtsoratorium en werken van Buxtehude, Bruhns, Carissimi, Schütz, Brahms en meer.
Jelte Hulzebos is dirigent van het Cantate Consort, het koor dat de cantatediensten muzikaal invulling geeft. Hij is medeoprichter en leider van het Noordelijk Barokensemble, www.noordelijkbarokensemble.nl
Naast zijn concerterende activiteiten als organist, klavecinist en dirigent doceert hij in dezelfde vakgebieden.
Orgelopnamen verschenen op zijn eigen cd label Cambiata Records waaronder de veel geprezen cd, Scheidemann, Sweelinck, Tunder en Bach in de Martinikerk te Groningen.
Het seizoen 2025-2026 is het drieëndertigste jaar dat de serie Cantatediensten in de Nieuwe Kerk wordt georganiseerd.
Inmiddels hebben we talrijke werken uitgevoerd met een accent op Bach, maar zeker ook met veel aandacht voor andere grootmeesters zoals Schütz, Schein, Buxtehude, Bruhns, Gabrieli, Monteverdi, Purcell, Rameau, Brahms. De lijst met uitgevoerde werken staat op onze website.
Dit seizoen wederom veel Bach, maar daarnaast ook meer recente componisten als Howard Goodall en Igor Stravinsky. De geprogrammeerde kerkmuziek is van topkwaliteit en met de kundige en enthousiaste inzet van alle betrokken musici, solisten en koorzangers verwachten we u weer een prachtig kerkmuzikaal seizoen te kunnen bieden.
In dit seizoen is er een belangrijke verandering. Jelte Hulzebos, die begint aan z’n 33ste seizoen (!) is verantwoordelijk voor vijf van de acht diensten. Mannes Hofsink zal de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de andere drie diensten.
De cantatediensten staan meer en meer onder financiële druk; uw gift in de collecte, de donaties en bijdragen van de kerk zijn onze inkomstenbronnen. Willen wij de musici redelijk vergoeden dan is uw financiële steun onontbeerlijk. Zij zetten zich al jaren met groot enthousiasme en professionaliteit in. Daarom vragen wij een bijdrage van minimaal € 12,50 in de collecte die bij de uitgang van elke cantatedienst wordt gehouden of via de QR code, afgedrukt in de liturgie.
Daarnaast kunt u zich aanmelden als donateur door overmaking van een donatie op banknummer NL67INGB0009444965 t.n.v. Commissie Cantates in de Nieuwe Kerk.
Toegang gratis, collecte bij de uitgang
Het volledige programma van de Cantatediensten van het seizoen 2025 – 2026 kunt u vinden onder het kopje Cantatediensten.
PS: de Commissie Cantates in de Nieuwe Kerk is een ANBI instelling, omdat zij (in die zin) valt onder de Protestantse Gemeente Groningen (PGG). U kunt daarom eventuele giften aan de Commissie bij de aangifte Inkomstenbelasting opgeven. U moet dan ook melding maken van de ANBI instelling, en dat is bij giften aan de Cantatediensten dus de PGG.